Knal, weer een val (deel 1)

In 2011 hebben er weer heel wat gelegen. Het hele assortiment aan schuivers en tuimelpertes passeerde dit jaar weer de revue. Er werden er zelfs nieuwe aan het repertoire toegevoegd.

Gewoontevallers

Er zijn de habitués. De renners die enorm goed kunnen rijden en kunnen sturen, maar er op onverklaarbare manier altijd bijliggen. Karsten Kroon is daarvan het boegbeeld. Dit jaar was hij weer goed voor tuimelpertes in De Ronde van Vlaanderen en de Vuelta. Hij heeft er enkele trouwe volgelingen bijgekregen: Tom Boonen en Heinrich Haussler. Al voor het tweede jaar op rij gaat hun seizoen verloren door valpartijen en blessures.

Keihard doorgaan

Laurens ten Dam, horror op 2 wielen.
(http://www.rabosport.nl/static/upload/img/5149.png)

Dan is er het type van vallen, rechtspringen en weer doorgaan. Sylvain Chavanel ging in Parijs-Roubaix bijna even veel keer tegen de grond als er kasseistroken zijn. Al is de topper in deze categorie voor 2011 ongetwijfeld Johnny ‘Prikkeldraad’ Hoogland. Over 20 jaar is zijn val nog beroemd. Een beetje zuur voor Flecha die eigenlijk door de auto van de Franse tv werd omvergekegeld. Ook voor Nicki Sörensen die enkele dagen voordien door een motor van zijn sokken werd gereden. Niets of niemand kon op tegen de spectaculaire salto mortale van Hoogerland. Zijn landgenoot Laurens ten Dam deed nog flink zijn best, en het resultaat zag er afschrikwekkend uit, Johnny bleef de valkampioen van de Tour.

Val uit de top tien

Hoe belangrijker een koers, hoe meer stress er in het peloton is. Dat levert ook meer valpartijen op. Alleen al op basis van deze graadmeter was de Tour ook dit jaar de belangrijkste wielerwedstrijd. Vrijwel alle favorieten maakten kennis met de harde Franse bodem. Er bleven nog amper genoeg favorieten over om de top tien te bevolken. Alberto Contador, Robert Gesink, Bradley Wiggins, Aleksandr Vinokourov, Janec Brajkovic, Jurgen Vandenbrouck, Andreas Klöden, Levi Leipheimer, … allen zagen ze een topnotering gedwarsboomd door een val. Je zou kunnen zeggen dat ze weinig meeval hadden.